Levensduur en overgangsregeling brandblussers
![]() |
De levensduur van draagbare blustoestellen wordt vanaf 1 januari 2004 gesteld op maximaal 20 jaar.
Daarna moeten deze draagbare blustoestellen buiten gebruik worden gesteld. Voor de invoering van deze regel wordt de volgende overgangsregeling gebruikt: |
- tot eind 2002 wordt de technische levensduur gesteld op maximaal 30 jaar
- tot eind 2003 wordt de technische levensduur gesteld op maximaal 25 jaar
De overgangsregeling geldt uitsluitend voor brandblussers die steeds zijn onderhouden volgens de NEN 2559:1986 en de aanvulling van 1994.
Brandblussers die per juli 2001 niet ouder zijn dan 20 jaar en die niet of niet volledig zijn onderhouden volgens de NEN 2559 worden onderworpen aan een uitgebreid onderhoud (voor blustoestellen die niet ouder zijn dan 10 jaar) of aan een revisie (voor blustoestellen die ouder zijn dan 10 jaar). Het daaropvolgende jaar kunnen deze blustoestellen worden onderhouden volgens de norm.
Verouderde draagbare blustoestellen kunt u bij iedere REOB-gecertificeerde brandbeveiligingsorganisatie inleveren.
Verwijdering en afvalverwerking zullen dan volgens de milieuwetgeving worden uitgevoerd. U dient dan niet alleen rekening te houden met kosten voor vervanging, maar ook voor verwijdering.
Onderhoud brandslanghaspels (NEN-EN 671-3)
De meest belangrijke wijzigingen in de NEN-EN 671-3 zijn:
- om de 5 jaar worden de slangen beproefd op de maximale werkdruk (10-16 bar), afhankelijk van de productienorm. De kosten hiervan zijn een meerprijs op de onderhoudsprijs;
- wanneer een haspel is ingebouwd in een kast, dan wordt het geheel als een systeem beschouwd. Dit houdt onder meer in dat wanneer een deur van een haspelkast een belemmering vormt voor het uitlopen van een slang, het geheel wordt afgekeurd.
Bestel uw nieuwe brandblussers tijdig
Asphalia BV uw specialist in (brand)veiligheid. Telefoon 0318-488503
Brandblussers kunt u ook in onze webwinkel bestellen!