Er zijn verschillende soorten brand. Voor je de brand gaat blussen, moet je dan ook bepalen wat er precies brandt. Alle stoffen die kunnen branden, zijn in groepen (klassen) ingedeeld. Deze brandklassen lopen van A (vaste stoffen) t/m F (olie en vet). Aan de hand van de brandklassen kun je bepalen welk blusmiddel je nodig hebt.
Brandklasse A: vaste stoffen
Vaste stoffen zijn alle stoffen die we kunnen vasthouden, zoals hout, papier en textiel. Het is een misvatting dat deze materialen zelf branden: het is het vocht IN het materiaal dat brand veroorzaakt. Bij hoge temperatuur geeft het materiaal vocht af, dat wisselt met de omgeving. Dit heet ontgassing. Het gas dat vrijkomt, is brandbaar. Vaste stoffen hebben vaak een kern waar de brand (hoge temperatuur) in zit, waardoor het nablussen moeilijker en langdurig kan zijn. Vastestofbranden blus je met een brandslanghaspel of schuimblusser.
Brandklasse B: vloeistoffen
Vloeistoffen en vloeibaar wordende stoffen zijn bijvoorbeeld benzine, diesel, alcohol en vetten. Ook bij vloeistoffen zijn het de dampen die branden. Vloeistofbranden blus je met een schuimblusser, CO2-blusser of poederblusser.
Brandklasse C: gassen
Ook gassen kunnen branden. Voorbeelden van gassen zijn butaan, propaan, LPG en aardgas. Een gasbrand ontstaat meestal doordat een fles gevuld met brandbaar gas op een verkeerde manier is gebruikt. Bij een gasbrand is het van belang de gastoevoer zo snel mogelijk te sluiten in verband met explosiegevaar. Gasbranden blus je met een poederblusser.
Brandklasse D: metalen
Metalen die kunnen branden zijn onder andere magnesium, aluminium, barium en lithium. Brandende materialen bereiken temperaturen tot wel 2000°C. Een metaalbrand kan niet met water worden geblust. Water zal splitsen in waterstof en zuurstof (knalgas). Per liter water zal zich 1700 liter knalgas vormen. Metaalbranden blus je met een poederblusser.
Brandklasse E: elektriciteit
Brandklasse E ‘bestaat’ eigenlijk niet. Elektriciteit zelf brandt niet, maar vormt wel een positieve katalysator (veroorzaakt/verergert brand). Objecten (brandklasse A) kunnen door kortsluiting vlam vatten. Elektriciteitsbranden blus je met een Co2 Blusser
Brandklasse F: olie en vet
Vetten zullen door oververhitting spontaan tot ontbranding komen, denk hierbij aan frituurvet, bak- en braadolie en dierlijke en plantaardige vetten. Ook van deze producten zijn het de gassen die brandbaar zijn: water is dus niet bruikbaar als blusmiddel. Olie- en vetbranden blus je met een vetblusser.
Meer weten over de verschillende brandklassen?
Vul het onderstaande formulier in, of bel direct met onze veiligheidsadviseurs via telefoonnummer (088) 112 5400