Brandbare stoffen moeten op verschillende manieren en met verschillende blusstoffen worden geblust. Het is dus belangrijk om van te voren te bepalen welke risico’s aan bepaalde brandbare stoffen verbonden zijn en op welke manier en met welke blusmiddelen er geblust moet worden. Vooral bij bedrijven met chemische processen moeten de risico’s in het bedrijfsrisico- & evaluatieplan worden opgenomen.
Blusmiddelen zijn in te delen in drie categoriën:

  • Natte blusstoffen
  • Droge blusstoffen
  • Gasvormige blusstoffen
Natte blusstoffen
Water: Water heeft een sterk koelende werking en bij verdamping verdrijft het zuurstof.
Blusschuim: Blusschuim is water met een schuimvormend middel, hierdoor heeft het water een sterk koelende werking en het schuim verhindert het uittreden van brandbare gassen waardoor er geen reactie met zuurstof kan ontstaan.
Droge blusstoffen
Bluspoeder: Bluspoeder blust door de negatief kataliserende werking met een brandbare stof.
Zand: Zand heeft een verstikkende werking. Het nadeel van zand is dat je er veel van nodig hebt om effectief te kunnen blussen
Gasvormige blusstoffen
Kooldioxide: Kooldioxide (CO2) is een blusgas dat de zuurstof verdrijft. Het blusprincipe berust op het doorbreken van de branddriehoek, het wegnemen van de zuurstof. Zodra het CO2 – via de expansiekoker – het blustoestel verlaat, wordt er koolzuursneeuw gevormd en dit heeft een temperatuur van -79°C. Deze lage temperatuur heeft bijna geen invloed bij het blussen.
Halon: Halon is bij wet verboden vanwege de extreme milieubelasting. Halon is een zeer goed blusmiddel en wordt in bepaalde situaties (vliegvelden-kerosinebrand) toegestaan.